Voor deze proef heb je nodig: Een kam, wol of nylon en een waterkraan. 

• Zet de kraan een heel klein beetje open, zo dat er een heel dun straaltje water uitkomt. Zorg ervoor dat niet dat ie drupt, maar dat er een mooi straaltje zichtbaar is, wel zo dun mogelijk.
• Wrijf met de kam even heen en weer over de wol of het nylon. Houd de kam daarna heel dicht bij de waterstraal, maar wel zo dat ie hem nét niet raakt.

Wat zie je? In plaats van wol of nylon te gebruiken, kun je ook een keer of tien je haar kammen. Dat werkt ook. En in plaats van een kam kun je bijvoorbeeld ook een ballon gebruiken.

Hoe kan dit?

Door de kam over de stof te wrijven, raakt de kam statisch geladen. Elektronen van de stof gaan over naar de kam. Die wordt dan negatief geladen. De watermoleculen hebben een positieve en een negatieve kant. Wanneer je de kam dicht bij het water houdt, draaien de moleculen hun positieve kant naar de kam toen. Want positieve en negatieve lading trekken elkaar aan. De positieve lading van het water zit nu dichterbij de kam dan de negatieve. De negatief geladen kam zal het water dus aantrekken!

Op het plaatje zie je rechts schematisch een watermolecuul en zijn ladingen weergegeven.