Zodra het donker wordt is de ster Algol (sterrenbeeld Perseus) al wat zwakker dan hij normaal is. Iets na elven is de ster op zijn zwakst. Daarna neemt zijn helderheid geleidelijk weer toe en 's ochtends vroeg heeft hij zijn normale helderheid weer terug. 

De helderheid van Algol bedraagt normaal magnitude +2,1. Tijdens zijn helderheidsminimum is dat afgenomen tot magnitude +3,4. Omdat de helderheidsschaal logaritmisch is, is dit verschil anders dan je dan je op het eerste gezicht zou denken. De ster wordt ruim 3 keer zo zwak.

Voor de rekenaars: 2,512 tot de macht (3,4 – 2,1) = ca. 3,312 keer. Die 2,512 is vijfdemachtswortel uit 100 en vormt de basis van de logaritmische magnitudeschaal.